Door de wol geverfd

Een baan bij Elzinga is vaak een baan voor het leven. Vier oude rotten in het vak – samen goed voor meer dan 160 jaar aan ervaring – vieren dit jaar hun jubileum. We blikken terug met drie van hen.

Waar een potje kaarten al niet tot kan leiden. Henk van Veen (63) kan het zich nog zo voor de geest halen. “Ik werkte als jonge jongen bij een klein schildersbedrijfje. We waren met een man of 4, en de baas kondigde op een dag aan dat zijn zoon er na de zomer bij zou komen. Hij had geen werk voor vijf, en ik was als enige niet getrouwd, dus of ik even om me heen wilde kijken naar wat anders. Nou speelde ik op zondagavond altijd kaart met een oom van me – en hij werkte bij Elzinga. Hij merkte op dat het bij hun altijd druk was en dat ze extra handen goed konden gebruiken. De volgende ochtend hing de oude baas, Piet Elzinga, al aan de lijn. ‘Ik hoor dat je werk zoekt. Kan je vrijdag langskomen?’ “

 

Een sollicitatiegesprek op vrijdag werd een baan op maandag, een baan werd een carrière van 40 jaar. “Ik ben begonnen in de voorbewerking van vrachtwagens. Na een jaar of vier maakte ik de overstap naar munitiekisten. Daar liepen op dat moment vooral jonge jongens rond, die deden vaak maar wat, en ze zochten iemand met een leidinggevende functie om met de keurmeesters mee te lopen. Vanuit daar ben ik het spuitwerk ingerold. Auto’s, trekkers, alles wat los en vast zit en een likje verf nodig heeft.”

 

Vandaag de dag beschrijft Henk zijn functie vooral als die van vliegende kiep. Of ze nou een man tekort komen bij de dekselmachine, hij in het magazijn nodig is, of op pad moet voor een klus op locatie. “Zo af en toe heeft een klant nog op- of aanmerkingen over een geleverd product. Nou, dan bellen ze Henk, en dan mag ik weer op tournee. Binnenkort zit ik een dag in Oss, geloof ik. Zo heb je leukere en minder leuke klussen, maar je probeert gewoon altijd met z’n allen een goed product neer te zetten. Dat waren de eerste woorden die Piet Elzinga vroeger tegen mij zij: ‘We komen hier in de autospuiterij op plekken waar de beunhaas niet komt. En als je het zelf niet zo zou willen hebben, moet je het ook niet zo wegsturen.’ Dat is me altijd bijgebleven, en zo werk ik ook.” Wat nou als je met een product zit dat je ‘zelf niet zo zou willen hebben’? “Dan bel ik de klant op om te zeggen dat het allemaal wat later komt, omdat we niet tevreden zijn over de kwaliteit. Dat is het eerlijke verhaal.”

 

De werkdag begint traditiegetrouw vroeg voor de Grouwenaar. Waar anderen rond half 8 aankomen, staat hij om 7 uur al op de werkvloer. “Vanochtend in het magazijn ook weer. Dan heb je de meeste drukte al aan de kant tegen de tijd dat iemand aan het loket komt.” Daarnaast heeft hij de tijd soms hard nodig om zich te laten bijspijkeren over de laatste ontwikkelingen. “Zeker omdat ik niet meer elke dag in de spuiterij staat. De veranderingen gaan zo snel: andere blikken, andere volgorde, andere verharders. DTM-lak (direct to metal – red.), ook zoiets. Vroeger moest overal een primer onder, dat hoeft nou niet meer. Tegenwoordig moet ik vaker op een datasheet spieken, of ik vraag het aan de jongere collega’s.” Grinnikend: “Maar ja, dan reageren ze weer dat ík toch de oude rot in het vak ben die het allemaal hoort te weten.”

 

Na 43 jaar Elzinga begint het moment van afscheid dichterbij te komen. Waar zijn vader slechts 63 werd en nooit van zijn pensioen heeft kunnen genieten – “het is een gevaarlijke leeftijd” – is Henk vastbesloten om het anders te doen. “Ik ben niet het type om achter de geraniums te zitten. Voorheen heb ik judoles gegeven aan mensen met een lichte beperking of het syndroom van Down, dat pak ik wellicht weer op. Of ik ga meehelpen in het bejaardentehuis om de hoek. Bovendien heb ik nog een leuk campertje om mee op vakantie te gaan. En ze mogen me hier altijd bellen om een auto weg te brengen of zo. Misschien dat ik zelf wel opbel: mag ik Van Veen even spreken? Dat ze dan zeggen ‘die werkt hier niet meer’. En dan zeg ik: dat mag ik graag horen!”

 

GERM SIETSMA (62)

Hecht team

In mijn beginjaren werkten we nog bij de oude Piet Elzinga achter het huis. Die man had een gigantische drive. Dat heeft ons ook wel gevormd, moet ik zeggen. Tegenwoordig zijn we ouder dan de baas van dienst, en kunnen we eigenlijk alles zelf af. André doet het spuitwerk, terwijl ik me richt me op uitdeuken en demontage. De chef bestelt de onderdelen, de rest regelen we binnen ons kleine team.

Baas in overall

Een groot deel van mijn loopbaan heb ik onder Hotze Elzinga gewerkt, die helaas veel te vroeg is overleden. Die man was weliswaar de directeur, maar stond ook vaak genoeg in zijn overall in de werkplaats. Dan kwam er weer zo’n vertegenwoordiger binnen die op zoek was naar de baas. Dan wees ik: “Daar staat ‘ie”. “Nee toch”, reageerden ze dan. “Ja hoor, toch wel.” Of van die jonge jongens die klaagden over de baas zonder te weten dat hij naast ze stond. Heeft hij nooit moeilijk over gedaan, trouwens.

Zo gek als een deur

Vergeleken met de auto’s waar ik voorheen mee werkte, zit er tegenwoordig zo ontzettend veel elektronica in. Vroeger was er in een zijdeur geen draadje te bespeuren, nu zit hij vol met bekabeling. En als het nou plug & play-stekkers zijn, dan valt het nog mee, maar op het moment dat er airbags in zitten of accu’s…je bent daar vaak zo veel tijd aan kwijt. Dat maakt je wel eens horendol. Terwijl het niks te maken heeft met datgene wat ik zo mooi vind aan mijn werk: het uitdeuken en straktrekken.

 

ANDRÉ ZALMSTRA (60)

Altijd wel iets

Ik ben hier op mijn 17e begonnen, nadat ik een oproep zag hangen op de schildersopleiding. Toen zat Elzinga nog midden in het dorp, en kwam ik op mijn brommertje vanuit Leeuwarden aangetuft. Je hebt zoveel afdelingen hier, dat je altijd wel iets vindt dat je interesseert. Ik kom nog wel eens oud-collega’s tegen die zeggen: wat we bij Elzinga hadden, dat was toch wel heel bijzonder. Er zijn maar weinig bedrijven waar mensen zo graag zo lang blijven werken. Ook als er eens een mindere periode is, zoals tijdens corona, zullen ze zo lang mogelijk proberen om ontslag te voorkomen.

Makkelijke lakken

De lakken zijn zo ontzettend veranderd in de loop der jaren. Vroeger werkte je met één liter lak en één liter verdunning en spoot je dat zo erop. Maar die verdunning verdampt, en dat is pure uitstoot. Dat is allemaal omgebouwd tot watergedragen materiaal. Eerlijk is eerlijk, het is veel makkelijker geworden. Blanke lakken stoken we nu op 40 graden in plaats van 60, met hetzelfde resultaat.

 

© Elzinga 2024